
Is die nou helemaal van de pot gerukt?
Een arts die, in het kader van de uitbreiding van de patiëntenrechten namelijk, het thuis digitaal raadplegen van het eigen medische dossier, het volgende zegt: “Het medisch dossier is bedoeld om zorg te verlenen en niet om de nieuwsgierigheid van de patiënt te bevredigen.” Tikkeltje (understatement) vreemde uitspraak, die meteen een mooi beeld geeft over deze arts en diens visie op de patiënt. Maar er is meer...
Ten eerste bestond, ook voordat de eerste kamer instemde met het recente wetsvoorstel, het recht op inzage in het eigen medisch dossier en een afschrift daarvan ( geen regeling over digitale inzage dus). Dat recht is vastgelegd in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 456.[1] Saillant detail: er bestaat een verschil tussen recht hebben op en recht krijgen, nu niet iedere medicus even welwillend is om het dossier zonder weerstand, vlot en volledig te verstrekken. Volgend relevant detail...
Of ik het nou voor mijn eigen nieuwsgierigheid opvraag, mijn kont ermee afveeg, de openhaard ermee brandende houd of, en dat is het meest waarschijnlijke, ik als patiënt inzage wens, als centrale partij in dit geheel, zou niets moeten uitmaken. Dit gaat immers over mij. Mijn lichaam, mijn gezondheid, mijn spataders, aambeien, kalknagels, soa’s, geamputeerde lichaamdelen, persoonlijkheidsstoornis, mijn alles (By the way: dit was uiteraard een fictieve opsomming. So you know;-)) Wat geeft een arts meer recht dan mij, om over al deze gevoelige informatie te beschikken?Ik wil en oogje in het zeil kunnen houden, meedenken over behandelingen en waar nodig correcties aandragen. Ik besef onderwijl dat het digitale dossier zich niet echt leent voor de door mij zojuist genoemde optie 2 en 3, maar dat terzijde.
Tot slot, want anders eindigt deze blog als een niet doorheen te knagen, 380 pagina tellende ergernis, het tegenargument: “verlies van privacy voor zowel de dokter als de patiënt.”(Overigens een argument van een andere medicus.)
1,2,3,4,6,7,8,9,10.....120....141.....358.......435...........................................567...........................
Nou dokter, ik denk dat we met de huidige technologie vast een veilig systeem op poten kunnen zetten, zodat het medische dossier niet onverhoopt in een personeelsmail van de AH komt te staan. Mijn belastingaangifte, verwijzingen, de volledige berichtenbox van de overheid en tal van andere persoonlijke kwesties, verlopen immers ook digitaal. En voor uw eigen privacy..??..... Ik weet niet welke persoonlijke berichten u door mijn patiëntendossier weeft, maar zet uw naam er dan wel even tussen haakjes achter. Een dagboek zou meer uitkomst bieden. Zo’n ouderwetse met een slotje. Ok, dat slotje is dan wel met een paperclip te openen, maar de strekking van het verhaal is duidelijk.
Terugkomende op de oorspronkelijke vraag: Is hij nou helemaal van de pot gerukt? Als dit het tegengas op
digitale inzage van het eigen patiëntendossier is....dan JA!
[1] De hulpverlener verstrekt aan de patiënt desgevraagd zo spoedig mogelijk inzage in en afschrift van de bescheiden, bedoeld in artikel 454. De verstrekking blijft achterwege voor zover dit noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een ander. De hulpverlener mag voor de verstrekking van het afschrift een redelijke vergoeding in rekening brengen.
Reactie schrijven